Bestaat de wereld uit volkeren die verbonden zijn door cultuur, taal en vooral door landsgrenzen? Is Nederland echt een land met een eigen identiteit en een volksaard? Deze vraag dwingt ons terug de tijd in, naar die periode waarin de natiestaat, de kern van een volksaard, een status kreeg. En dat is de 19e eeuw, een eeuw van grootse veranderingen die wij te snel voor lief nemen.

Het idee van een natiestaat is veel ouder dan de 19e eeuw. Alleen vanuit politiek oogpunt werd de natiestaat in de 19e eeuw als een ideaal gezien. De huidige landen als Italië, Duitsland en Spanje bestonden destijds uit een agglomeratie van kleinere deelstaten die, afhankelijk van de noodzaak, samen optrokken. Dat zorgde op politiek vlak veel verschillende standpunten, internationale samenwerkingen die soms op regionale gebied en soms op lokaal niveau werden aangegaan en vorsten die te maken kregen met meerdere uiteenlopende wensen van regio’s. Niet ideaal om te besturen. En na de val van de Franse monarchie in 1792 voelden Europese vorsten de noodzaak om burgers meer rechten en inspraak te geven. En ook dat viel niet mee als je werkt met kleinere regio’s.

Zij keken jaloers naar Engeland, Nederland en de Scandinavische gebieden, waar een natiestaat al veel langer gangbaar was. De bevolking voelde zich verbonden met haar bestuur en bestuurders en deelde een specifieke culturele identiteit. Een natiestaat moest het worden. De mannen (want vrouwen speelden hier geen rol) zetten in op het vormen van nieuwe landen: Duitsland, Italië en Spanje. Maar ook het Russische Rijk was bezig om een natiestaat te vormen, net als Oostenrijk, Canada en de Verenigde Staten.

De opbouw van een natiestaat bestond uit twee onderdelen:

  1. Territoriaal: samenvoegen van kleinere staten, de unificatie van het gebied en het vaststellen van de landsgrenzen.
  2. Moreel en psychologisch: het creëren van een band tussen de bestuurders en de bestuurden (het volk) op basis van culturele en maatschappelijke gedeelde uitgangspunten.

Bij het tweede punt hoorde ook het opzetten of uitbreiden van liberale en representatieve instituten. Denk bijvoorbeeld aan een nationaal parlement, zoals in Turijn in Italië, de Berlijnse Rijksdag in het nieuwe Duitse Rijk en de Doema in Moskou, Rusland.

Alles werd samengebracht onder een nieuwe nationale identiteit, het nationalisme. Met veel vlagvertoon, in het leven roepen van nationale eremedailles, nationale streekproducten, vaststellen van één taal (Russisch in het Russische Rijk) en bovenal het vaststellen van buitenstaanders. Zij die niet deze culturele en maatschappelijke uitgangspunten delen.

Helaas resulteerde deze nieuwe tendens in meerdere oorlogen in de 19e eeuw. De Krim oorlog (1854), de Italiaanse oorlog (1859), de Deense oorlog (1864), de Oostenrijks-Pruisische oorlog (1866) en de Frans-Pruisische oorlog (1870). En ondertussen vond in Amerika de Amerikaanse Burgeroorlog plaatst. Na 1871 kwam alles tot rust, totdat 43 jaar later de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Een oorlog tussen natiestaten.

Deze geschiedenis kunt u vanuit meer hoeken bekijken en heeft effect op meer onderdelen in onze samenleving dan alleen de historie.

De afbeelding: Carlo Ademollo, De handdruk in Teano 1878 (bron: wikipedia); Garibaldi en Vittorio Emanuele II ontmoetten elkaar op 26 oktober 1860 in Teano. Garibaldi heeft het zuidelijke deel van Italië veroverd op de Napolitaanse Bourbon dynastie. Bij deze historische ontmoeting schudde de republikeinse Garibaldi niet alleen de hand van koning Vittorio Emanuele II, hij prees hem ook als koning van heel Italië. Daarmee liet hij zijn republikeinse droom vallen ten behoeven van het behoud van de natiestaat Italië. Zijn nationalisme oversteeg zijn persoonlijke wens.