De documenta voldoet steevast niet aan het patroon van een geijkte kunsttentoonstelling. Daarmee onderscheidt deze expositie zich van bijvoorbeeld de kunstbiënnale van Venetië, die veel meer aansluit bij de grotere musea, kunstgaleries en de verwachtingen van de kunsthandelaren. Kassel heeft meer een onderzoekende expositie, veel theorie en zit meer in de wereld van de kunstenaars, kunstacademies en kunsttheorie. De grote vraag voor deze editie is: zit er wel progressie in deze tentoonstelling en wat neemt de kunstwereld mee van deze 100 dagen?

Iedere editie heeft Documenta een nieuwe blik op onze wereld gegeven. Ook bij deze editie kreeg de bezoeker een spiegel voorgehouden. Of misschien eerder een venster dat specifiek gericht was op de kunstwereld onder de evenaar, het zuidelijke halfrond. Door deze kunstwereld te bekijken, verscherp je ook jouw blik van de eigen kunst.

Het zal dan ook menig bezoeker niet zijn ontgaan, dat de collectieven die hier gepresenteerd werden, vooral gericht waren op participatie, het verbeteren van het zelfbeeld van de gemeenschap waarbinnen de kunstenaars werken. De kunst was ook eerder een proces, misschien ook meer creatieve therapie als je puur een westerse blik vasthield op deze kunst.

Wanneer je verder keek dan de kunst, de gesprekken en werkstructuur achter deze 15e editie onder de loep neemt, dan werd duidelijk dat hier noord en zuid elkaar ontmoeten. De westerse kunst en welke rol die heeft in de samenleving werd bevraagd door de kunstenaars. Wat is kunst, welke rol heeft kunst, hoe kijken wij naar financiering van de kunst, wie is kunstenaar en wanneer ben je kunstenaar? Allerlei vragen die in onze westerse kunstwereld benaderd worden vanuit het individu, ons zelfbeeld, kapitalistisch economische modellen en opleidingsstructuren. Omdat de kunstenaarscollectieven juist zijn opgezet omdat voor hen het kapitalistische economische model niet werkt, eerder de gemeenschap dan het individu belangrijk is, de opleidingsinstituten politiek geladen of niet aanwezig zijn, heeft de kunst een andere rol gekregen.

Heel plat bekeken, lijkt door deze vraagstellingen alsook de kunstwerken zelf, de Documenta de kunstwereld een blik naar het verleden te bieden. Veel werken lijken op de kunst die in de jaren ’50 en ’60 in Europa en de Verenigde Staten werd gemaakt. Maar bovenal zijn de vragen gelijk aan die wij onszelf stelden vanaf het midden van de 19e eeuw. Dus is deze Documenta dan wel zo vernieuwd voor de kunstwereld?

Passend in de trend binnen de westerse wereld biedt Documenta een nieuw perspectief. Ons beeld van een chronologisch verloop van de kunst, waarin vernieuwing zit in nieuwe kunstobjecten met andere vormen, thema’s en materialen is niet de enige ontwikkeling. Kunst die in zichzelf niet vernieuwend lijkt, biedt wel de gemeenschap ruimte om vernieuwend te werken. En dat biedt ons ook weer nieuwe inzichten in onze manier van denken. Het vertrouwen in de rkacht van het individu, de individuele kunstenaar, ons economisch model en instituten zorgt ook voor uitsluiting van anderen. Documenta geeft handvatten om samen te werken, te komen tot gezamenlijke normen en waarden en om op die manier te werken aan een betere samenleving. Een van gelijkheid, toegankelijkheid en gemeenschapszin.

Daarmee is Documenta vernieuwd. Misschien minder in de kunstobjecten zelf of het maakproces. Wel in de rol van kunst binnen onze gemeenschap alsook een reflectie op ons denken dat in veel opzichten nog steeds is onbedoeld westers superieur wereldbeeld. Hier gaat progressie (progress) in de kunst meer over proces dan over het westerse beeld van kunstontwikkeling.