Met het overlijden van Paus Franciscus is ook duidelijk waar hij graag zijn laatste rustplaats vindt, de Santa Maria Maggiore in Rome. Volgens de berichtgeven vanwege een Maria-icoon dat hij zeer waardeert. Ook de locatie zelf heeft een extra betekenis. Want waarom niet de Sint-Pieter in het hart van Vaticaanstad?

Pauselijke domeinen in Rome

Allereerst een simpele eigendomskwestie. De Santa Maria Maggiore is in het bezit van het Vaticaan en valt buiten de jurisdictie van Italië. Dat is afgesproken en vastgelegd in 1929 tussen het Vaticaan en het toe nog bestaande Koninkrijk van Italië. Dit betekent dat het kerkelijke recht van Vaticaanstad hier van toepassing is. Daarmee kan het Vaticaan, en de paus zelf, bepalen dat hij daar begraven mag worden. Vaticaanstad heeft meerdere gebieden in haar bezit die worden gezien als extraterritorialiteit, dus landsgebieden buiten de officiële landsgrenzen.

Geschiedenis van Santa Maria Maggiore

De Santa Maria Maggiore is één van de vier pauselijke kerken, een major basilica. In 431 tijdens het Concilie van Efeze werd officieel bevestigd dat Maria de Moeder van God is (Theotokos). Zij werd daarmee een cruciaal onderdeel van de geloofsbelijdenis binnen het Christendom.

Als reactie op deze erkenning, gaf Paus Sixtus III (423-440) de opdracht om de Santa Maria Maggiore te bouwen. De kerk kreeg vanaf haar oplevering een pauselijke functie en status en wordt actief gebruikt voor grote vieringen en devoties rondom Maria. De kerk is ook de eerste kerk in de Westerse wereld die gewijd is aan Maria, Moeder Gods.

Bijzonder, zeker in vergelijking met de andere drie basilicae majores is de Santa Maria Maggiore nooit verbouwd, wel uitgebreid. De andere drie kerken, Sint Jan van Lateranen (17e eeuw verbouwd), de Sint-Pieter in Vaticaan (vooral in de 16e eeuw verbouwd) en Sint Paulus buiten de Muren (herbouwd na brand in de 19e eeuw) zijn grondig verbouwd en aangepast.

Daarmee is de Santa Maria Maggiore nog een van de laatste vroegchristelijke kerken met duidelijke laatantieke kenmerken zoals het basilicaal schip met Romeinse zuilen en de oudste Maria-mozaïeken in de apsis en op de Triomfboog voor het altaar. Ook heeft de kerk de “Salus Populi Romani” (Redder van het Romeinse Volk), een oud-Byzantijns icoon van Maria met het Christuskind uit de 5e of 6e eeuw. Het icoon wordt eeuwenlang vereerd als de beschermer van de stad Rome ten tijde van de pest, oorlog of grote onrusten. Een geliefd icoon dat Paus Franciscus vaak bezocht.

Betekenis van de Santa Maria Maggiore

Elke kerk draagt een religieuze boodschap uit. Voor de Santa Maria Maggiore is de basis de wijding aan Maria, Moeder Gods. Het gebouw en alle in het gebouw aanwezige beeldtaal is gewijd aan het begin van het evangelie, de geboorte van Christus en specifiek de rol van Maria als moeder. De Sint Paulus buiten de Muren richt zich daarentegen op de verkondiging van het evangelie. De institutionele kern van de katholieke kerk wordt door de Sint Jan van Lateranen gesymboliseerd (gezag en leer) met Santa Maria Maggiore als de moederlijke en verzorgende tegenhanger binnen het geloof. En als laatste staat de Santa Maria Maggiore voor de menselijke kant van het mysterie van de incarnatie van Christus, de moeder aan zijn zijde, terwijl de Sint-Pieter staat voor de apostolische fundering van de katholieke kerk.

Waarom Paus Franciscus in de Santa Maria Maggiore?

Allereerst bezocht Paus Franciscus Santa Maria Maggiore vaak vanwege het icoon ‘Salus Populi Romani’ om te bidden voor vertrek of na terugkomst van een buitenlandse reis. De kerk heeft daarmee al een bijzondere plek binnen zijn pontificaat. Daarnaast benadrukte paus Franciscus de barmhartige kant van het geloof en benadrukte hij de eenvoud en kern van het geloof in zijn pontificaat. Dit sluit aan bij de boodschap van Santa Maria Maggiore, waarbij de oorsprong van het evangelie wordt verkondigd, gecombineerd met de menselijke kant van het mysterie van de incarnatie én de moederlijke en verzorgende kant van het geloof. En dat met één van de oudste kerken van Rome, terug naar de kern van de moederkerk.

Met zijn keuze voor de naam Franciscus refereerde de paus naar Franciscus van Assisi, een heilige die gedurende zijn leven stond voor eenvoud (hij leefde als bedelmonnik), sociale rechtvaardigheid (dienstbaar en zorgzaam voor andere mensen én de natuur) en terugkeer naar het evangelie. Met de keuze voor de Santa Maria Maggiore als laatste rustplaats, kiest hij opnieuw voor eenvoud, zorg en evangelistische boodschap binnen de katholieke kerk.