Het had voor ons wat voeten in de aarde, voordat wij op maandag 16 juni landden in Nice, Frankrijk. Het idee om deze reis te maken vloeide voort uit een eerder plan om met de bus naar Venetië te reizen. Een van onze vaste deelnemers kwam met enkele voorstellen om dan onderweg te stoppen bij verschillende parken met een paar tips. Met het idee, mocht je verder willen reizen, hier heb je nog meer locaties.

En zo rolden wij van een busreis naar Venetië naar een busreis via Zuid-Frankrijk om uiteindelijk te komen tot een 8-daagse vliegreis naar Zuid-Frankrijk langs meerdere kunst- en architectuurparken in de Provence en de Côte d’Azur. Met in de week voor ons vertrek nog een paar programmawijzigingen, doordat een drietal locaties een tentoonstellingswissel hadden. En zo stonden wij, maandag rond de lunch op het vliegveld van Nice met 30 deelnemers bij de bus met 36 graden.

Onze eerste middag bracht ons naar Commanderie de Peyrassol. Met een smalle kronkelige weg, net breed genoeg voor onze bus, kwamen wij aan bij de prachtige entree van architect Charles Berthier. Via een interne trap voerde de weg ons naar het bos en de gebouwen van de wijngaard met op beide plekken veel vrijstaande beeldhouwwerken. Ieder koos zijn eigen pad aan de hand van een plattegrond en een kleine gids. In de bossen staan stalen werken van Bernar Venet, het werk Elle en  Les Cosmonautes van Gloria Friedmann, de futuristische werken van Franco Adami (L’escalier)  en Nicolas Alquin (Avec la colline) met vele anderen. In het dorp vonden wij een hangend figuur van Jaume Plensa (Tel Aviv II), een haas van Barry Flanagan (Awe) en een Hommage à Eiffel van César. En binnen in de entreehal was een expositie gewijd aan het werk van Jonathas de Andrade. Met in totaal 76 kunstwerken op het landgoed en de kunstexpositie was ons bezoek van krap 2 uur veel te kort om alles te zien. Maar Avignon riep en zeker ons diner.

Met een vroege ochtend startte onze tweede dag. Na de vroege vlucht van de dag ervoor werden wij met een vertrek om 07.45 uur opnieuw getest op ons ochtendhumeur. De bestemming is La Ribaute, het voormalige atelier van kunstenaar Anselm Kiefer in Barjac. Hier hebben wij een hele dag om zijn kunst en landgoed te bezichtigen. Met twee gidsen werd de groep opgedeeld om in de ochtend de zuidkant van het landgoed en in de middag de noordzijde te bezoeken. Het zuidelijke deel bevatte voormalige kassen en de vele torens die Kiefer gemaakt heeft. Hier presenteerde hij vooral zijn sculpturale werken als loden boeken, vliegtuigen en vrouwenbeelden.

Na onze lunch in het dorpje Barjac werden wij ’s middags, opnieuw in 3 uur tijd, rondgeleid door zijn tunnels en langs de vele schilderijen van Kiefer. Ook hier was de schaalgrootte enorm, zowel in het formaat van de hallen én bij zijn kunstwerken. Niemand had tot nu toe zoveel van zijn werk bijeen gezien en het zorgde, samen met de hoge temperaturen, voor een uitputtende dag. Vol voldoening en met het idee geen enkele Kiefer expositie in Nederland aan deze plek kan tippen, reden wij terug naar Avignon.

Met dag drie stond Château la Coste op ons programma. Opnieuw een enorme wijngaard, alleen waren hier naast de kunst ook meerdere gebouwen geplaatst die ontworpen waren door beroemde architecten. De meeste ontwerpen zijn van Tadao Ando. Daarnaast vinden wij hier werken van Frank O Gehry, Richard Rogers, Oscar Niemeyer en Jean Nouvel. En in en om deze gebouwen, in de bossen en tussen de wijngaarden veel grote kunstwerken van onder meer Damien Hirst, Louise Bourgeois, Sean Scully, Ai Weiwei, Tracey Emin, Richard Long, Yoko Ono en dan heb ik maar een paar genoemd van in totaal 46 architectonische en sculpturale werken op het terrein. Het voelde alsof de selectie vooral draaide om de bekende naam, een mooi werk (gelukkig stond schoonheid bovenaan) en een duur prijskaartje. Het leverde wel een topdag op met veel hoogtepunten, mooie wandelingen en uiteindelijk uitpuffen op het terras.

’s Middags hadden wij nog tijd voor Avignon, waarbij een deel van de groep de historische stad ontdekten en anderen nog energie hadden voor de hedendaagse kunst in Musée Lambert.

De vierde dag had Arles op het programma, een tussenstop op weg naar ons tweede hotel in Toulon. In Arles bezochten wij als eerste LUMA, een private verzameling ondergebracht in een ontwerp van Frank Gehry. De museumtoren torende boven de gehele stad, met bovenin een prachtig uitzicht over Arles. Binnen hadden we vier zalen met kunst, voornamelijk media en videokunst, waar Ralph en ik uiteindelijk zijn blijven zitten bij het werk van Philippe Parreno,  Danny / No More Reality, waarbij tien oudere videowerken samen in een droom zijn getransformeerd en zijn ruimtelijke werk werd gevormd door een weerstation op het gebouw. Anderen zijn zich verloren in het werk van Maria Lassnig als één van de hoofdstukken uit de archieven van Hans Ulrich Obrist. En natuurlijk mochten wij de glijbaan niet vergeten.

Na de lunch in het centrum van Arles stond de collectie van de Koreaanse kunstenaar Lee Ufan op ons programma. Hij heeft een oud stadpaleis gekocht in Arles en deze samen met Tadao Ando gerenoveerd tot museum voor zijn werk. Zijn sculpturale werk op de begane grond en schilderijen op de eerste verdieping.

Onze dag sloten wij af met diner in de haven van Toulon, op steenworp afstand van ons hotel. Een plek die ook de volgende dag cruciaal is voor ons programma, want hier vertrok op onze vijfde dag de boot naar Île de Porquerolles. Want op dit eiland ligt Villa Carmignac, opnieuw een private verzameling met een prachtig landgoed. De temperatuur was deze dag gelukkig iets lager met 32 graden. De villa was een ontwerp van architect Henri Vidal en ondernemer Edouard Carmignac kocht het complex in 2000 om hier een museum van te maken.

Binnen werden wij rondgeleid door de expositie Vertigo met werken van Olafur Eliasson, Bruce Nauman, Yves Klein, Carlos Cruz-Diez en vele anderen. Na de lunch wisselden de twee groepen om, waarbij de groep in de tuin zelfstandig het parcours aflegde langs verschillende sculpturen en bijzondere planten. Hier vonden we werk van Jaume Plensa, Ugo Rondinone, Tom Sachs en Jeppe Hein om een paar te noemen.

Na ons bezoek aan de villa was het programma vrij, totdat de boot ons om 5 uur terugbracht naar Toulon. Dat betekende voor sommigen een wandeling, een terras of een duik in de zee. ’s Avonds was al onze laatste avond in Toulon.

Op de zesde dag was onze laatste hotelwissel, van Toulon naar Nice. Onderweg maakte wij een tussenstop bij Fondation Venet, de private woning en atelier van de Franse kunstenaar Bernar Venet. Zijn werk hadden wij al gezien bij Commanderie de Peyrassol en op een rotonde in Arles. Maar hier doken wij in de geest van de maker. Onverwachts eigenlijk, aangezien in het oorspronkelijke plan Venet niet was opgenomen. Door het uitvallen van een andere locatie, die bezig was met een expositiewisseling, ontstond ruimte voor dit prachtige landgoed. Opnieuw vielen de strak gemaaide grasvelden op, om uiteindelijk vooral de grote Corton stalen sculpturen te bewonderen. Dankzij een film over zijn werk, kregen wij een levendig beeld hoe Venet tot zijn werken komt. En achterin de tuin werd zijn eigen collectie aangevuld met werken van Frank Stella, Anish Kapoor, Tony Cragg en Robert Morris.

Na de lunch, opnieuw onverwachts op het landgoed van Venet, reisden wij door naar Nice. Hier stonden Le 109 en La Station op ons programma.

Bij aankomst bij het voormalige abattoir in Nice waar Le 109 is gehuisvest, leken de dichte hekken en portier een eindstation voor ons bezoek te zijn. Maar niets was minder waar. Met wat hulp van de chauffeur en een vlotte babbel van Ralph gingen de poorten open. In Le 109 was een ruimte ingericht door kunstenaar Ugo Schiavi, volledig geleid door de relatie van de mens met de oceanen. Daarmee vormde hij een onderdeel van de 6e Biënnale van Nice, met het thema Arts et de l’Océan. In La Station vonden wij werken van lokale kunstenaars uit Nice die hier hun atelier en expositieruimte hebben.

Aangezien de exposities minder groot waren dan gedacht, kortten wij ons bezoek in en konden daardoor vroeg landen in ons hotel in Nice. Heel handig bij de start van het Fête de la Musique dat op deze dag door heel Frankrijk werd gevierd. Met een Dolly Party op het plein naast het hotel.

Gelukkig kon iedereen een beetje bijkomen de volgende ochtend bij Fondation Maeght in Saint-Paul-de-Vence, en villadorp boven Nice. Dit was de enige locatie in ons programma met iets oudere kunst (rond de jaren ’50-’60) met werk van Henri Matisse, Sonia Delaunay, Joan Míro en vele anderen. Met de prachtige werk, mooi museumgebouw en de fantastische uitzichten een prettig ochtendprogramma. Sommigen hadden de tijd genomen om het naastgelegen Fondation CAB ook nog even te bezoeken.

’S Middags stond Villa Arson op ons programma. Deze kunstopleiding boven op een berg is gehuisvest in een oude rode villa dat verbouwd is met een brutalistische aanvulling. Dit zorgde voor een unieke combinatie van oud met beton, een daktuin en superuitzicht over Nice. Binnen waren twee exposities. Een zaal bevatte Liquid Grounds van Soadat Ismailova en Elena Mazzi, waarin de relatie tussen de Amou-Daria rivier en de omwonende gemeenschappen wordt onderzocht door Ismailova en Mazzi richt zich op de klimaat en milieuveranderingen.

In de andere ruimte was een onderdeel van de Biënnale van Nice gepresenteerd. Een groepsexpositie onder de naam Becoming Ocean. Na alle prachtige kunstparken dook deze expositie diep in op de vraagstukken van nu, een meer sombere vertelling over onze relatie met de oceanen. De 22 kunstenaars duiken met hun werk in op onze begrip en onwetendheid over de oceaan en zijn toekomst.

De laatste dag was een rustige dag met een bezoek aan Palais Lascaris. Ook hier was werk gepresenteerd in het kader van de Biënnale van Nice. Kunstenaar Anne-Laure Wuillai bracht onder de titel La quadrature du cercle werken bijeen waarbij zij de zee classificeerde. Als een reactie op onze behoefte van over classificatie van alles dat wij zien om zo de wereld beter te begrijpen én te consumeren.

De middag was vrij, wat betekende dat iedereen zijn eigen gang kon gaan. Totdat wij om 4 uur wegreden naar het vliegveld van Nice. Een einde aan onze 8-daagse reis door Zuid-Frankrijk. Een reis die vooral gekenmerkt werd door prachtige parken en het leven als een god in Frankrijk.