In de steeds hardere strijd om kostbare grond binnen Nederland worden openbare terreinen vaker geprivatiseerd. Van stedelijke gebieden tot en met bospercelen. Overheden kiezen hier vaker voor, zodat de zorg voor het specifieke gebied niet meer in hun begroting valt. Hiermee krijgt één partij zeggenschap over een stuk grond dat ook publiek domein is. Schrijver Teun Dominicus publiceerde met 'Het geluid van gentrificatie is stilte: hoe de stad wordt gladgestreken voor de welvarende inwoners' in Vrij Nederland al een stevig stuk over de onvriendelijke stad als gevold van deze geprivatiseerde gebieden. En Manifesta14 in 2022 had dit onderwerp als haar hoofdthema in Kosovo. Hoe maak je deze geprivatiseerde grond weer publiek en zelfs openbaar? Is de middeleeuwse meent een potentiële oplossing?

Om helder te hebben waar wij over praten, een korte uitleg over openbaar en publiek. Een openbaar terrein is gezamenlijk bezit, een plek die wordt beheerd door de overheid, in ieder geval de gemeenschap. Een publiek terrein is voor velen vrij toegankelijk, alleen het eigendom en beheer ligt bij een private organisatie of persoon. Bij een openbaar terrein zijn de gebruikelijke wet- en regelgeving geldig, bij een publiek terrein kan de eigenaar extra regels opleggen en ook mensen de toegang ontzeggen. Het Domplein in Utrecht is openbaar terrein, Hoog Catharijne is publiek terrein.

Een tweede belangrijk punt in de benadering van dit vraagstuk is het gevoel van verantwoordelijkheid en eigendom. Binnen de Nederlandse cultuur worden de straat en publieke gebieden beschouwd als gedeeld eigendom, openbaar toegankelijk en daarmee zijn wij ook gezamenlijk verantwoordelijk voor deze ruimte. Zie daarom ook de verschillende vuilopruimcampagnes en vrijwillige wijkteams die de buurt schoon houden. Een slecht opgeruimde of rommelige omgeving is binnen onze cultuur een afspiegeling van de bewoners en hun positie op de sociale ladder.

Die laatste zin benoemt precies het gevoelige punt. Een opgeruimde omgeving zegt voor ons veel over de bewoners. Wat opgeruimd is, heeft een brede definitie die per gemeenschap wisselt. Daarom gaan private eigenaren ver om hun gebied opgeruimd te houden en conflict vrij. Naast het zorgen van een makkelijk schoon te houden omgeving (gladde tegels, aangeharkte plantsoenen), worden ook potentiële overlastbezorgers zoals hangouderen, scaters en zwervers snel buiten de deur gehouden. En specifieke winkels worden wel of niet binnen gehaald. Een Bijenkorf brengt toch andere bezoekers binnen dan de Aldi. Zo wordt de buitenomgeving steeds meer opgeschoond voor een homogemene groep van welgestelde burgers. Eenzelfde vraagstuk kun je ook neerleggen bij de bouw van wooncomplexen, want in hoeverre zijn deze steeds voor een homogene groep gebouwd?

Waarom moeten we dit proces tegen gaan? Onbedoelde segregratie leidt uiteindelijk naar een harde samenleving, waarin de beslissende groep geen idee meer heeft hoe de niet-krachtige groep leeft, woont of wie dat überhaupt is. De scheiding tussen inkomensklassen wordt groter, zichtbaarder en bijna onoverbrugbaar. Doordat wij elkaar niet meer kennen, zal op termijn de behoefte om een ander te helpen afnemen. Onbekend is onbemind. Dan worden associaties van achterstandswijken met sociale woningbouw snel gemaakt.

Terug naar de beginvraag: is de meent dan een mogelijke oplossing? De middeleeuwse meent was meestal privaat bezit van de feodale heer, en de gemeenschap mocht op dit specifieke terrein voor eigen behoefte activiteiten laten plaatsvinden. Niemand had de absolute heerschappij over de grond buiten de heer, die hierop toezag (in de ideale situatie). Naar de huidige tijd getransporteerd, kan een park een gebied zijn zoals een meent. Vrij toegankelijk, in bezit van de stad/dorp en onder beheer van de gemeenschap. Een meent dus.

De eerste stap in het beheer van de meent is het vinden van een overlegstructuur. Waar, wanneer en met wie wordt afgesproken wat wel en niet kan in het park? En bovenalles: hoe zorg je ervoor dat iedereen inspraak heeft? Dit gaat natuurlijk makkelijker als dit een homogene groep is, alleen de bedoeling is dat dit voorkomen wordt. Dus een heterogene groep, meerdere culturen, meerdere ideeën en wensen. En zo'n overlegstructuur bestaat al: de lokale overheid, denk dan aan de gemeenteraad of een deelraad. En zie daar ook de moeilijkheid: meerdere ideeën en meerdere wensen zorgen voor politisering van de omgeving met debat, consessies en vertegenwoordiging. Een moeilijk proces.

En hier is de cirkel die moeilijk te doorbreken is. Want links of rechtsom, de meent heeft net als elk ander gebied regels nodig. Afspraken over wat mag, zoals respect voor elkaar en elkaar de ruimte geven. Praktisch gezien is een stuk grasveld dan makkelijker te beheren dan een winkelcentrum. Er zijn minder verwachtingen. En de meent staat in verbinding met andere wijken en stedelijke structuren. Als wij vinden dat op de meent feestjes georganiseerd mogen worden, mogen buurtbewoners van de omliggende straten dan klagen over geluidsoverlast? Als ook de zwerver mag slapen in het park, blijft ons gevoel van veiligheid in dit park dan overeind? En als de meent populair is, mogen de auto's dan ook in alle straten parkeren en is betaald parkeren dan ook uitsluiting van een specifieke groep?

Utopiën moeten blijven en de meent als allemansgebied, vrij van vooroordelen, veilig voor iedereen is een streefwaardig ideaal. Tot nog toe zijn de voorbeelden van deze idealen vooral samenwerkingsverbanden van homogene gemeenschappen (denk bijvoorbeeld Oosterwold in Almere of de wooncoöperatie zoals Nieuwe Meent in Amsterdam, die beiden wél proberen om een bredere gemeenschap te betrekken én te faciliteren). Met goede regelgeving kan dit ideaal verbeterd worden, waar binnen de gemeenschappen ook ruimte wordt gemaakt voor hen die in het begin niet daadkrachtig genoeg zijn om deel te nemen. Regels die gaan over mogen, toegankelijkheid en deelnemen.

Lees ook: Teun Dominicus, 'Het geluid van gentrificatie is stilte: hoe de stad wordt gladgestreken voor de welvarende inwoners', in Vrij Nederland, 11 februari 2023

Foto: Tijl Vereenooghe, Dorpsplein Schellebelle (Wichelen, België), via Flickr