Met alle beste bedoelingen heeft de Unesco het idee van werelderfgoed gelanceerd. Maar zoals aan alles zit er een keerzijde aan de wereld erfgoed status. Het effect van massatoerisme is misschien wel bekend maar het kan ook leiden tot vernietiging of de status wordt gebruikt om een politieke agenda door te voeren.

Twee van meest bekende voorbeelden zijn waarschijnlijk het opblazen van de twee boeddha’s van Bamiyan in Afghanistan en het vernielen van Palmyra in Iraq. Wat minder In het grote nieuws maar net zo subversief zijn de acties van China in Tibet die In het tempelcomplex van waar is het Zhang in Lhasa gewoon tempels gaan bouwen in Chinese stijl zodat het zijn wereld erfgoed Jokhang tempel onzichtbaar wordt. China gebruikt het het werelderfgoed aan de andere kant om Tibetaanse manier van zwerflandbouw tegen te gaan. Werelderfgoed als (cultuur) politiek instrument.

Het is allemaal niet nieuw. In onze eigen Nederlandse geschiedenis hebben we de beeldenstorm, het vernielen van beelden van heiligen. Vernieling is één van de manieren van afstand nemen van wat er aan vooraf ging. Met het vernielen van de boeddha’s en Palmyra geven de daders aan dat ze zich afzetten tegen dit verleden. Daarnaast geeft de werelderfgoedstatus hen een middel om te laten zien dat ze zich keren tegen de gevestigde culturele waarden. Of het is simpelweg kinderachtig gedrag, vernielen om te laten zien dat je het kan. Het toont ook aan dat wij mensen bestaan in de context van de geschiedenis. Geschiedschrijving laat zien waar de waarde vandaan komt.

Ook China’s acties in Tibet zijn niet uniek. Het verhullen van monumenten van onwelgevallige voorgangers zien we ook in Spanje nadat de islamitische kalifaten zijn verdreven. De Mezquita in Cordoba is een mooi voorbeeld. Deze moskee is gebouwd op de plek waar eerst een Visigotische kerk stond, die op een Romeinse tempel stond. Na verovering door de christenen in werd de moskee tot kathedraal gewijd en in 1523 werd er midden in een Renaissance opgetrokken. Hier is de boodschap wat complexer: behoud met een eigen invulling.

Wat schieten we op met de status van werelderfgoed als het een doelwit wordt, politiek middel of gewoon genegeerd wanneer het economisch lucratiever is? Is het nu met de enorme veranderingen meer dan ooit noodzakelijk? Hebben we als hele mensheid niet alle culturele en biologische diversiteit nodig om te overleven?

Het werelderfgoed is een prima idee: de wereld met al haar diversiteit in natuur en cultuur is het erfgoed van iedereen. Het verbind ons als mensheid. Maar zoals dat vaak gaat met erfenissen: er is geruzie. Wat is waardevoller, waarom krijgt de één meer, had de ander daar niet meer recht op, want oma heeft ooit gezegd dat het voor diegene was.

De mensheid moet boven zichzelf uitstijgen om het concept van werelderfgoed te laten slagen. We zullen eerlijk moeten delen, we zullen moeten leren vertrouwen. Leven en laten leven. Er is maar een erfgoed: planeet aarde.

Afbeeldingen:  Toni Castillo Quero, CC BY-SA 2.0 via Wikimedia Commons