Van 2 oktober tot en met 8 december kun je de 7e editie van de Triënnale van Lissabon bezoeken. Onder de titel How Heavy Is A City?, onderzoeken de curatoren het gewicht dat de stad in de weegschaal legt van de vele crisissen waar wij nu een antwoord op zoeken. Leest dit als vaag? Dat is het ook. De curatoren hebben moeite om hun vraagstukken, inzichten en mogelijke oplossingen naar voren te brengen. De tentoonstelling is verworden tot een aaneenschakeling van video’s op verschillende hoogten die ons vooral vertellen welke crisis er is.

De expositie How Heavy Is A City?
Verdeeld over vier locaties presenteert deze triënnale vier thema’s. Fluxus, onderzoekt het materiaal en de energie die nodig is om onze huidige samenleving in stand te houden. Spectres zet de relatie tussen het winnen van de benodigde materialen en koloniale verbanden op scherp. En Lighter wil voorbeelden tonen om een weg uit de crisis te komen. Het vierde thema vormde een platform om aanverwante projecten te presenteren.

De exposities Fluxus in het Designmuseum MUDE en Spectres in het architectuur, kunst en technologiemuseum MAAT  waren gevormd door beeldschermen opgehangen in plastic frames, zodat deze als schommels in de zaal hingen. Alle schermen hangen op kniehoogte, waarbij de begeleidende tekst alleen leesbaar is, als het licht van het beeldscherm net fel genoeg is.

Bij Lighter in de architectuurafdeling van het MAC/CCB waren de schermen opgehangen op ooghoogte. Hier bewoog je tussen stoffen wanden die een kronkelend pad vormden door de zaal. Lighter was de meest ingerichte expositie en door de positionering van de schermen kun je met een krukje de tijd nemen om de video’s (ieder van gemiddeld 15 minuten) te bekijken. Echt een andere presentatievorm was gevonden bij aanverwante projecten die zelf een plek mochten inrichting in het MAC/CCB. Hier tref je zeven projecten die ieder zichzelf op een andere manier presenteren.

Recensie
Inhoudelijk gaat de triënnale aan zichzelf voorbij. Door het moeilijke wetenschappelijke taalgebruik met veel niet toegelichte vakterminologie werden projecten, statistieken en inzichten gedeeld die ook tijdens andere architectuurtentoonstellingen voorbij komen. Moeilijke woorden voor de bekende weg. Positief, daar waar er hoop tevoorschijn kwam bij Lighter, verdween ook deels het moeilijke taalgebruik. De hoop werd ook woordelijk bereikbaar.

Door de gekozen opzet, miste de Triënnale de relatie met de herkenbare architectuur en stedenbouw. Als bezoeker kun je je niet verhouden tot de grootte van projecten of de dreigingen in onze wereld. Echt praktische of tastbare onderdelen werden gemist. In Palácio Sinel de Cordes werd het project Redux gepresenteerd, een voorstel hoe je asbest om kan zetten naar een niet giftig materiaal. Met twee objecten van dit nieuwe materiaal in de zaal. Alhoewel het idee en product bij velen enthousiasme opriep, werd de relatie van de geëxposeerde objecten tot het hergebruik van asbest totaal gemist.

Concreet benoemt de Triënnale de uitdagingen waar wij voor staan. De stad met al haar bouwprojecten, verkeer, gebruiksvoorwerpen en meer, blijft maar grondstoffen uit de aarde halen, om haar levensstandaard in stand te houden. Ondertussen willen wij graag minder de aarde belasten, maar daadwerkelijk een stap terugzetten in onze gewoonten en gewenning wordt lastig. Daar waar werkelijk wordt gekeken naar een natuur inclusieve oplossing, zien de curatoren de nieuwe toekomst.

De triënnale van Lissabon is goed te doen als je de vakterminologie hebt eigen gemaakt (beter als je deze al gewend bent te gebruiken), het geen probleem vindt om 30 keer ongeveer 10 -20 minuten voorover naar een beeldscherm te kijken en 12 keer rechtopstaand en voldoende haalt uit het kijken van video’s als een vorm van tentoonstellingsbeleving. En als je graag bevestigd wordt in het gegeven dat we echt toe zijn aan verandering om de wereld te helpen ook de volgende generaties te kunnen voeden. En als je minder geïnteresseerd bent in concrete oplossingen, dan ben je hier prima op jouw plek.

De triënnale binnen een grotere context
Deze triënnale maakt voor mij ook iets anders duidelijk. In de architectuurexposities die ik in 2024 en 2025 bezocht heb, komt sterk naar voren dat de curatoren telkens weer benadrukken dat het veld van architectuur en stedenbouw zich bewust is dat het werkveld moet veranderen. We moeten gaan werken met andere bouwmaterialen, minder vierkante meters per persoon in de rijke werelddelen, meer delen met elkaar, natuur inclusief ontwerpen en leven én nog veel meer. Alsook genoegen nemen met minder consumptie.

Een ander gegeven dat ik merk is dat het architectuurveld vastgelopen is. Niet zozeer op de eigen creativiteit, bereidheid of mogelijkheden. Wel vastgelopen in het grotere systeem. Dat de wereld van de architectuur en stedenbouw slechts een klein radartje is in de veranderingen. Dat iedereen mee moet, alle industrie, alle sectoren, alle overheden, alle mensen. De ontwerpsector lijkt vooral tegen een muur op te lopen. En bijna elke curator wil met tentoonstellingen, ieder op zijn of haar manier, de boodschap buiten de ontwerpsector krijgen. We moeten veranderen, we kunnen veranderen en wij willen veranderen. Wil jij ook en ben je bereid om jouw leven om te gooien? Kijk hier, daar en ook nog even daar; allemaal tentoonstellingen die de buitenwereld laat zien wat er mogelijk is.

De wanhoop van het veld lijkt zich nu ook deels in de tentoonstellingen te uiten. Een curator in Venetië die niet kan kiezen en ons onderdompelt in een overdosis. Curatoren in Lissabon die overgaan naar het vertellen van tientallen verhalen over vooral het overgrote systeem op video en de architectuur even achterwege laten. En een architectuurbiënnale in Rotterdam die vooral de nadruk legt op het verzet tegen de uitbuiting van natuur en mens.

Met het hoofdstuk Lighter in Lissabon, zit een stukje hoop. Hoop dat niet zozeer door de architecten wordt aangedreven. Wel hoop dat er overal individuen en kleine gemeenschappen zijn die wel natuur inclusief willen werken en zo min mogelijk tot geen olie, kalksteen of andere grondstoffen uit de aarde willen halen. Veranderen kan! In elke architectuurexpositie zit een beetje van deze hoop. Nu hopen dat dit kwartje valt ook buiten de bouwwereld.